De Nederlandse klimaatambities zijn glashelder: in 2030 stoten we in Nederland 55% minder broeikasgassen uit ten opzichte van 1990 en in 2050 moet de uitstoot tot nul zijn gereduceerd. Omdat gemeenten essentieel zijn voor de transitie naar een klimaatneutraal Nederland, willen wij graag weten hoe zij dit invullen. Op deze pagina presenteren wij de komende periode onze bevindingen. Zo laten we zien of gemeenten zich überhaupt gecommitteerd hebben aan de nationale klimaatdoelstellingen, indien dit het geval is, of ze inzicht hebben in de opdracht die ze te wachten staat. Ook onderzoeken we of gemeentelijk beleid aansluit op de doelstelling.
Nederlandse gemeenten zijn op allerlei manieren betrokken bij de klimaatdoelen. Zo hebben landelijke maatregelen natuurlijk hun uitwerking binnen gemeentelijke grenzen. Denk hierbij aan subsidies voor elektrische auto’s, waarmee het rijk de uitstoot in het verkeer vermindert. Ook zijn gemeenten gebonden aan het klimaatakkoord doordat ze aangesloten zijn bij diverse samenwerkingsverbanden: de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft zich namens de Nederlandse gemeenten verbonden aan de doelstellingen in het klimaatakkoord.
Dit roept de vraag op: hoe vullen gemeenten deze verplichting in? Wij willen weten of gemeenten zich expliciet hebben geconformeerd aan landelijke doelstellingen en, zo ja, hoe dit zich vertaalt naar beleid. Op basis van openbare bronnen zijn daarom de volgende drie vragen onderzocht:
Op dit moment zijn de gegevens van 156 Nederlandse gemeenten geanalyseerd. Hiermee is ca. 45% van de gemeenten onderzocht. In de komende periode publiceren we met enige regelmaat de resultaten van dit onderzoek.
In 2030 moet er in Nederland 55% minder broeikasgassen worden uitgestoten dan in 1990. Deze grafiek laat zien in hoeverre de onderzochte gemeenten zich hier expliciet aan geconformeerd hebben.
N.B. Oorspronkelijk was vastgelegd dat Nederland in 2030 een reductie van 45% zou behalen. Rutte IV heeft deze ambitie naar boven bijgesteld. Veel gemeenten hebben zich expliciet gecommitteerd aan het oude doel, maar niet aan het nieuwe doel. Deze vallen in de categorie ‘minder ambitieus doel’. Het is onduidelijk of deze gemeenten er bewust voor gekozen hebben om zich tot het oude doel te beperken, of dat de gebruikte documenten op dit vlak gedateerd zijn.
In 2050 moet Nederland klimaatneutraal zijn. Deze grafiek laat zien in hoeverre de onderzochte gemeenten zich hier expliciet aan geconformeerd hebben.
N.B. Oorspronkelijk was vastgelegd dat Nederland in 2050 een netto-reductie van 95% zou behalen. Rutte IV heeft deze ambitie naar het huidige doel bijgesteld. Veel gemeenten hebben zich expliciet gecommitteerd aan het oude doel, maar niet aan het nieuwe doel. Deze vallen in de categorie ‘minder ambitieus doel’. Het is onduidelijk of deze gemeenten er bewust voor gekozen hebben om zich tot het oude doel te beperken, of dat de gebruikte documenten op dit vlak gedateerd zijn.
De nationale doelstelling voor 2030 is om de uitstoot van broeikasgassen met 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Om dit doel te bereiken is het nodig om te weten wat de uitstoot in 1990 was. Vaak valt voor gemeentes niet goed te achterhalen wat hun uitstoot in 1990 was. Om deze reden worden ook andere nulmetingen gebruikt. Zo blijkt de uitstoot in 2010 vergelijkbaar te zijn met die in 1990.
N.B. sommige gemeenten streven slechts naar klimaatneutraliteit. Voor deze gemeenten is de nulmeting niet relevant.
Goed beleid valt of staat met kennis. Om de voortgang bij het behalen van klimaatdoelstellingen te kunnen volgen, is het essentieel dat gemeenten een duidelijk beeld hebben van hun huidige CO2-uitstoot. Op basis van deze gegevens is het mogelijk om de voortgang en de effectiviteit van beleid vast te stellen. Deze grafiek laat zien dat relatief weinig van de onderzochte gemeenten de totale uitstoot recentelijk inzichtelijk hebben gemaakt.
Het betreft hier de uitstoot die plaatsvindt binnen de grenzen van de gemeente, en niet enkel van de gemeentelijke organisatie. Om de vraag te beantwoorden is onderzocht of gemeenten de uitstoot minimaal één keer sinds 2017 hebben gemeten.
Een aantal gemeenten houdt niet alleen bij hoeveel CO2 er binnen de gemeentelijke grenzen uitgestoten wordt, maar doet ook onderzoek naar de bronnen van deze uitstoot. Hierbij verdelen ze de totale emissies onder andere in categorieën als ‘mobiliteit’, ‘industrie’ en ‘gemeentelijke organisatie’. Dit stelt hen in staat om gericht beleid te voeren op het reduceren van emissies.
Om de vraag te beantwoorden is onderzocht of gemeenten de uitstoot sinds 2017 minimaal één keer uitgesplitst hebben naar minimaal één bron.