Balkenschema Gids Proportionaliteit leidend?
In onderstaand balkenschema is de waarde van de opdracht gekoppeld aan een procedure. Veel aanbestedende diensten hanteren dit balkenschema strikt. Maar is dit balkenschema wel leidend bij de keuze voor een aanbestedingsprocedure?
Balkenschema niet bepalend of bindend
De Commissie van Aanbestedingsexperts (hierna: CvAE) heeft recent verduidelijkt dat dit balkenschema niet leidend dient te zijn bij het maken van die keuze. Volgens de CvAE moet de keuze worden gemaakt op basis van objectieve criteria (artikel 1.4 Aanbestedingswet 2012). Hoewel de GP volgens de CvAE in beginsel niet geldt voor een enkelvoudig onderhandse gunning, geeft de GP aanwijzingen voor de beantwoording van de vraag welke aanbestedingsprocedure in welke situatie geschikt en proportioneel is, waarbij een enkelvoudig onderhandse gunning is meegenomen. En de GP beperkt zich daarbij niet tot opdrachten met een waarde boven de Europese drempelbedragen. In Voorschrift 3.4A zijn immers objectieve criteria genoemd die de aanbestedende dienst kan overwegen.
De GP is dus een uitleg van artikel 1.4 Aanbestedingswet 2012. Daarmee is de eventuele discussie over het wel of niet leidend zijn van het balkenschema dus beslecht. Het balkenschema in de GP is niet bepalend of bindend voor de keuze van een aanbestedingsprocedure. Die keuze moet gebaseerd zijn op meerdere aspecten waarvan de waarde er één kan zijn.
Objectieve criteria
De keuze voor een aanbestedingsprocedure dient op basis van objectieve gronden gemaakt te worden. Daarbij dient in ieder geval acht te worden geslagen op de volgende aspecten (Voorschrift 3.4A GP):
- omvang van de opdracht;
- transactiekosten voor de aanbestedende dienst en de inschrijvers;
- aantal potentiële inschrijvers;
- gewenst eindresultaat;
- complexiteit van de opdracht;
- type van de opdracht en het karakter van de markt.
Zo valt een opdracht met een waarde van € 40.000 in het groene gebied van het balkenschema van de GP en zou de opdracht meervoudig onderhands aanbesteed moeten worden. Echter, gelet op bovenstaande aspecten kan beargumenteerd worden dat de opdracht beter 1-op-1 gegund kan worden.
Zo kunnen bijvoorbeeld de transactiekosten voor de aanbestedende dienst en inschrijvers een rol spelen. Beargumenteerd kan worden dat de transactiekosten voor het houden en inschrijven op een meervoudig onderhandse aanbesteding te hoog kunnen zijn voor een opdracht met een waarde van € 40.000, waardoor 1-op-1 gegund zal worden. Dit dient natuurlijk deugdelijk gemotiveerd te worden.